Het dode paard
door Jacky van de Goor
‘Trekken aan een dood paard, dat ga ik dus nóóit meer doen’, sprak één van de deelnemers aan een opleiding tot begeleider van veranderprocessen in organisaties. ‘Dat kost alleen maar energie en levert niks op. Ik richt mijn aandacht liever op de mensen die wèl willen meedoen en enthousiast zijn om nieuwe dingen op te pakken.’ De stelling werd door velen in de opleiding beaamd. Die dode paarden, zonde van je tijd.
Niet teveel aandacht besteden aan weerstand en critici, het is een bekend veranderkundig uitgangspunt. In de Bell-curve die aangeeft hoe mensen zich ten opzichte van de verandering verhouden, kun je je beter richten op de neutrale en welwillende mensen.
Toch bleef de opmerking van de deelnemer bij me hangen. Al die dode paarden. Het waren en nogal wat. In gedachten zag ik ze al liggen: een hele berg. Indrukwekkend. En zorgwekkend. De veranderkundige stelling om hier geen aandacht aan te geven leek ineens wel erg kort door de bocht.
Hoe kan het dat er ineens zoveel dode paarden zijn? vroeg ik me af. Die kunnen er toch niet altijd al geweest zijn in de organisatie – dat zou een ondraaglijke stank teweegbrengen. Zou de verandering zèlf dan de oorzaak van de massale sterfte zijn?
Sterker nog: misschien trekken we helemaal niet aan een dood paard. Misschien gaan de paarden juist dood, omdat we eraan trekken. En roepen we zelf de weerstand op waar we zo’n last van hebben. Zorgt onze veranderkundige aanpak voor het probleem dat we met diezelfde aanpak juist proberen op te lossen. Diep tragisch. En zo overdenkend een mechanisme dat ik vaker tegenkom in organisaties - zie ook mijn eerdere blog hierover.
Misschien gaan de paarden wel dood, omdat we eraan trekken.
De bevlogen ‘veranderaars’ lopen vóórop in de organisatie. Zij hebben de tijd gehad om te ruiken en proeven aan de opgave en zich er persoonlijk mee te verbinden. Nu voelen ze zich geroepen om in actie te komen: tijd voor beweging! Er worden mooie plannen gemaakt, die de onschuldige paarden in de organisatie dienen te gaan uitvoeren. Wat uitloopt uit op een teleurstelling: de paarden blijven staan waar ze staan Niet omdat ze niet willen meedoen (wat we dan ‘weerstand’ noemen), maar omdat ze gewoonweg nog niet zover zijn.
De veranderaars realiseren zich niet hoeveel tijd zijzelf hebben gehad om de opgave te doorleven en te verinnerlijken: waar gáát dit eigenlijk over, en wat maakt het voor mij de moeite waard? Een wezenlijke stap als het gaat om het creëren van duurzame verandering. Wanneer je anderen hier niet de tijd voor geeft en van hen meteen actie vraagt, ga je lopen trekken. En dat roept nou net weerstand op. Het paard zet hooguit een stap of twee, maar als je te hard trekt, trek je het dood.
Het paard staat in de mythologie symbool voor levenskracht en vitaliteit. Door te gaan trekken is het precies dàt wat we verliezen in organisaties: de bezieling, de persoonlijke betrokkenheid van mensen. Daar valt niet aan trekken. Dat hebben we ruimte en betekenis te geven.
Als je een paard wilt laten bewegen, dan moet je weten wat ‘m beweegt.