Een potje wie het langste stil kan staan
door Jacky van de Goor
Fietsend door een lange laan vroeg ik mijn zoontje: ‘Zouden die bomen dat niet saai vinden, hun hele leven lang maar op dezelfde plek staan?’ ‘Nee hoor’, antwoordde hij, ‘die doen gewoon een potje wie het langste stil kan staan.’
Zó had ik het nog nooit bekeken. Ineens zag ik diezelfde rij statige platanen heel anders: wat een spannend spel! En wat zijn ze er goed in!
Wat is de ongeremde fantasie toch een mooi iets, deed dit voorval me inzien. Een eindeloze bron van mogelijkheden. Vreemd eigenlijk dat wij als volwassenen dat kwijt raken. Terwijl het zo’n mooie kwaliteit is: fantaseren, spelen, onbevangen kijken.
Wat zit ik vast in mijn denken, wat zitten wij vast in ons denken. In dat ene perspectief, in ‘de waarheid’. En wat gaan er voor mogelijkheden, voor nieuwe werelden open als we dat vertrouwde perspectief loslaten.
In veel organisaties is dit de tragiek waarom beweging en verandering maar zo moeizaam op gang komt. We zitten vast in hoe het nou eenmaal is. In hoe de wereld nou eenmaal werkt, in hoe mensen nou eenmaal zijn. Vast in onze overtuigingen, die zó vanzelfsprekend zijn, dat we ons er niet meer van bewust zijn. Deze overtuigingen vormen een soort ‘geheime code’ in organisaties. Een code die ooit tot succes heeft geleid, maar die nu wellicht onze grootste beperking is. Die ons belemmert in het zien van wat zou kunnen zijn (de toekomst), en soms ook gewoon in hoe het werkelijk is (het hier en nu).
Wat zit ik vast in mijn denken, wat zitten wij vast in ons denken.
Ik denk aan de directeur van een productiebedrijf, die klaagde over de belabberde motivatie van zijn personeel. ‘Daar staat er alwéér één te roken’, wees hij naar buiten. Toen hij uit frustratie de betreffende medewerker erop aansprak, bleek het verhaal heel anders te zijn: de betreffende man was klaar met zijn ploegendienst, en rookte even een sigaretje voor zijn vertrek naar huis.
Als we geloven dat mensen ongemotiveerd zijn, dan nemen we dat ook waar. Als we geloven dat KPI’s en meetsystemen ons zekerheid geven, dat bezuinigingen en reorganisaties tot vitaliteit leiden, dan bepaalt dat wat wij waarnemen en voor wáár nemen. We bevestigen onszelf telkens impliciet in de juistheid van ons perspectief.
Fantasie en verwondering zijn juist nu, in deze tijd, zo waardevol. Het is onze ingesleten manier van denken die geleid heeft tot de problemen waar we nu last van hebben.
Eigenlijk doen we zelf, zonder het in de gaten te hebben, continu een potje wie het langste stil kan staan. Stil staan in onze manier van kijken en denken. Zoals Einstein al zei hebben we een heel nieuwe manier van denken nodig om datgene te doorbreken wat we met onze huidige manier van denken hebben gecreëerd. Soms zie ik daar mooie voorbeelden van:
- De schouwburg waarin men is gestopt met kaartjes controleren en medewerkers zelf de ruimte krijgen om het begrip gastvrijheid voor de bezoekers in te vullen.
- Het bedrijf waar men de schoonmakers voortaan overdag laat komen ipv na werktijd. De schoonmakers zien hierdoor voor wie ze werken, bouwen een relatie op en krijgen directe feedback en waardering voor hun werk.
Gevolg in beide organisaties: gemotiveerdere mensen en hogere kwaliteit van de dienstverlening.
Waar staat immers dat schoonmaken altijd buiten werktijden moet? En wie zegt dat kaartjes er zijn om gecontroleerd te worden? Misschien heeft mijn zoontje wel gelijk, en doen de bomen echt een spelletje. Het zou zó maar waar kunnen zijn.