Ravissant
Het is warm, het is zomer en we rijden in het bos van Twickel. Ik ben 13 jaar en ik zit op de rug van Ravissant. We zijn rechtsaf geslagen na het bruggetje het zandpad op. We zijn in volle galop.
Mijn wang ligt aan de linkerkant naast zijn hals. Ik kijk langs zijn oren. Mijn handen op zijn manen, ik zit in verlichte zit. Ik ruik zijn geur en voel zijn warmte, hij zweet. Ik voel en hoor mijn langzame hartslag. Ik hoor het geklop van zijn hoeven op de grond, zijn ademhaling, zijn briesen. Ik ruik het bos, de grond en voel de wind in mijn gezicht. Mijn ademhaling is diep en mijn borstkas lijkt te klein voor al het gevoel dat in mij ontstaat. Ik ben vol extase in een eigen bubbel en voel een ongekend warm, groot en euforisch gevoel van samensmelten, liefde en geluk.